Naar inhoud

"Tolkenretributie" voor risicoperceptietest tijdens rijexamen onwettig

Melding van BBVT wijst uit dat extra retributie is ingevoerd zonder medeweten van Departement Mobiliteit.

De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken diende enkele dagen geleden klacht in bij het kabinet van Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts. In antwoord op haar melding vernam de BBVT via het Contactpunt Mobiliteit en Openbare Werken dat de extra retributie van 51 euro voor de risicoperceptietest zonder medeweten van het Departement Mobiliteit is ingevoerd bij de examencentra. Er werd geen goedkeuring voor gegeven.
 
De extra retributie is ongeldig en dus onwettig. De examencentra zouden nu op de hoogte worden gebracht dat zij deze extra retributie niet mogen innen. Uit het antwoord van het Departement Mobiliteit blijkt ook dat de examencentra binnenkort uitleg moeten komen geven in Brussel omtrent deze niet goedgekeurde retributie. Gedupeerde kandidaten kunnen en mogen het onterecht geïnde bedrag terugvragen aan de examencentra. De BBVT hoopt nu dat het niet alleen bij woorden blijft en hier ook daadwerkelijk werk van gemaakt zal worden.
 
Op 1 juni 2017 werd in de Vlaamse examencentra de risicoperceptietest (RPT) ingevoerd als een verplicht onderdeel van het praktisch rijexamen B. Deze computertest kan worden afgelegd in het Nederlands, of in een vreemde taal (Duits, Engels of Frans) met bijstand van een tolk. Sinds kort bleken er examencentra  te zijn (minstens die in Alken, Bree, Deurne, Geel, Haasrode en Kontich) die een extra vergoeding van 51 euro vroegen van elke kandidaat die de RPT met tolk aflegt.
 
De BBVT is misnoegd over de plotse, onaangekondigde invoering van deze extra vergoeding. Vandaar ook de klacht en melding: in het belang van anderstalige kandidaten, zijnde de klanten van de beëdigd tolken. Maar ook de tolken zelf voelen zich uitgebuit door deze maatregel.
 
Eerst en vooral is de vergoeding die thans wordt gevraagd om de risicoperceptietest te mogen afleggen met tolk zonder meer buitensporig. De prijs om een praktijkexamen te mogen afleggen in een vreemde taal stijgt immers van 39 naar 90 euro. Voor heel wat nieuwkomers in onze maatschappij is dit financieel een zware dobber. 
 
De vergoeding is in vergelijking met andere geldende vergoedingen ook in andere opzichten buiten proportie. Zo betaalt een kandidaat zowel voor de risicoperceptietest als voor het theoretisch rijexamen een toeslag van 51 euro wanneer deze het examen wenst af te leggen met tolk. Het is niet logisch dat deze toeslag even hoog ligt voor beide examens, aangezien de RPT gemiddeld slechts 12 minuten duurt, tegenover 1 uur 15 minuten voor een theoretisch examen met tolk. Sterker nog: de extra vergoeding voor het afleggen van de risicoperceptietest met tolk is zelfs hoger dan de 39 euro die men betaalt voor het afleggen van de proef op de openbare weg. Nochtans duurt de proef op de openbare weg ongeveer driemaal langer (40 minuten) dan de RPT (12 minuten). Door het invoeren van het buitensporig en buitenproportioneel bedrag van 51 euro, wordt minstens een indruk van discriminatie gewekt. Het is alsof de risicoperceptietest wordt gebruikt als excuus om enkel voor anderstalige kandidaten de prijs sterk te verhogen. Een hogere, proportionele vergoeding zou deze indruk niet wekken.
 
Maar ook sommige tolken zelf worden gediscrimineerd. De examencentra innen een fors bedrag omdat de perceptietest wordt getolkt, maar de eigenlijke leverancier van deze prestatie, zijnde de tolk, krijgt hiervan geen enkele vergoeding doorbetaald. Dit kan niet anders dan uitbuiting van de tolk genoemd worden, minstens makkelijk geldgewin op kap van de tolken.

Bekijk hier de reportage van ATV: 

 
Gepubliceerd op
11/02/2018
Sociale media
Copyright 2024 BBVT